Sealen is Engels voor verzegelen. Sealen is het vervaardigen van een sealant op een tand of kies. Het is een preventief middel tegen gaatjes in het gebit. Sealen gebeurt vaak vlak na het doorbreken van de blijvende kiezen. Dat is bij de meeste kinderen rond het zesde levensjaar. Bij sealen wordt in de groef en/of putje een sealant aangebracht. De sealant kan ook een laklaag genoemd worden en het voorkomt de innesteling van bacteriën. Meestal gebeurt dit in het kauwvlak of aan de buitenzijde.
Waarom sealen?
Een tandarts kan in de volgende gevallen sealen adviseren.
- de blijvende kies is net doorgebroken
- als er diepe groeven zijn;
- er een hoger risico op gaatjes is;
- er een aantasting van het glazuur is op het kauwvlak;
- er een kommetje in het glazuur zit;
- er sprake is van gevoelige tandhalzen of erosie.
Bij doorbraak is een kies nog niet geheel gevormd. De kies is dan nog erg kwetsbaar en kan wel wat bescherming gebruiken om gaatjes te voorkomen. Nauwkeurig poetsen met fluoride is dan het belangrijkste, zeker omdat deze kiezen nog een beetje verstopt zitten achter een andere kies of tand.
Een sealant kan voor extra bescherming zorgen. De groef kan namelijk zo diep zijn, dat de tandenborstel de bodem niet raakt. Hetzelfde geldt voor een kommetje (dit wordt ‘pit’ genoemd in de mondzorg). Een sealant dicht een kies of tand goed af zodat bacteriën of zuur er vrijwel niet door kunnen. Enkel aan de randjes kan er toch penetratie ontstaan. Doordat de sealant goed afdicht, kan het ook helpen tegen gevoeligheid voor kou. Ook kunnen bacteriën ingesloten raken waardoor de suiker de bacterie niet meer bereikt.
Voor kinderen is het aanbrengen van een sealant een goede kennismaking met een tandheelkundige behandeling. Het doet namelijk geen pijn. Omdat het vaak een van de eerste behandelingen is die een kind meemaakt, wordt van te voren alles goed uitgelegd.